Amsterdam, dat op het hoogtepunt ca 150 windmolens telde, is tegenwoordig nog in het bezit van slechts een klein aantal monumentale windmolens. Eén daarvan staat in Amsterdam-Noord: Krijtmolen d’ Admiraal.
Ontstaan en functie van de Krijtmolen
Krijtmolen d’Admiraal is het oudste industrieel erfgoed in deze regio. In de 19e eeuw telde Nederland nog zo’n 12 windgedreven krijt- en trasmolens. De Krijtmolen is daarvan als enige ter wereld overgebleven – en de enige molen in Noord.
Krijt- en tras werden vooral gebruikt als basis voor metselspecie bij de bouw. Kalksteen, dat vroeger per schip door eigen schippers aangevoerd werd, kwam doordrenkt met grondwater aan in Amsterdam en moest dus eerst gedroogd worden. Dat gebeurde in grote droogschuren die naast de Krijtmolen stonden – op de plek waar nu de Buiktuin is. Sinds 2009 staat er aan de achterzijde van de molen weer een droogschuur. De schuur kan met luiken opengeklapt worden zodat de wind goed langs de te drogen stenen kan waaien. Zodrahet kalksteen droog is kan het naar de molen waar het in bakken bewaard wordt, naast het tufsteen. Na droging kunnen de brokken tufsteen en kalksteen vermalen worden tot tras en krijt. Dat gebeurt door de ca 3000 kilo zware verticale molenstenen van de Krijtmolen, die ronddraaien op het ‘doodsbed’ en aangedreven worden door een sterke wind en een monumentaal mechaniek van wieken en tandraderen.